Jaarstukken 2019
portal

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Risico's

27.​

Impact PAS-uitspraak

Risico

Er worden tijdelijk geen vergunningen verleend aan plannen / projecten / activiteiten die kunnen leiden tot overschrijding van de kritische depositiewaarde voor stikstof voor een specifiek habitattype in het betrokken (Natura 2000) gebied.

Oorzaken

  • De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in strijd met de Habitatrichtlijn is vastgesteld en de PAS onverbindend verklaard, oftewel het gebruik van het PAS als kader voor ‘toestemmingsbesluiten’ verboden.
  • Forse overbelasting stikstofdepositie in de natuur.
  • Europese verplichting in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn om natuur te behouden.

Gevolg(en)

  • Voorgenomen plannen gaan niet door / projecten komen (tijdelijk) stil te liggen.
  • Binnen projecten moeten aanvullende (bron)maatregelen worden genomen met bijbehorende financiële en tijdsconsequenties.
  • Bereikbaarheid komt in het geding door vertraging / opschorting van projecten.
  • Juridische / contractuele consequenties ten gevolge van vertraging.
  • Personele consequenties: tijdelijk stilleggen van projecten leidt tot minder capaciteitsbehoefte, terwijl advies / onderzoek voor PAS-maatregelen en versnelling van natuurontwikkeling om meer capaciteit vraagt.
  • Omgevingsdiensten: fluctuaties / tijdelijke stijging werklast / capaciteitsbehoefte t.b.v. uitvoering vergunningverlening en handhaving Wet Natuurbeheer.

Achtergrond-informatie

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 mei 2019 het gebruik van het PAS als kader voor ‘toestemmingsbesluiten’ verboden. Dat heeft direct gevolgen voor het vaststellen van plannen, projecten én voor vergunningverlening als die kunnen leiden tot een toename van de uitstoot van stikstofoxiden of ammoniak. Die stoffen komen vrij bij alle verbrandingsprocessen en door ammoniakemissies in de landbouw. De voornaamste bronnen zijn verkeer, industrie en landbouw.
Er moet een herbeoordeling plaatsvinden voor alle nog niet onherroepelijke plannen of projecten waarvan uit een AERIUS-berekening is gebleken dat de toename van de depositie:

  • Onder de drempelwaarde van 0,05 mol/ha/jaar blijft. De in het PAS gehanteerde drempelwaarden zijn volgens de Afdeling niet goed onderbouwd en mogen daarom niet langer worden gebruikt (zolang de onderbouwing niet is verbeterd), óf:
  • Binnen het PAS gemeld moest worden. Dit was het geval voor alle projecten met een depositie groter dan 0,05 en kleiner dan of gelijk aan 1 mol/ha/jaar, zolang er althans nog voldoende depositieruimte beschikbaar was, óf:
  • Groter is dan 1 mol/ha/jaar (en dus binnen het PAS vergunningplicht), maar waarvan de vergunning nog niet onherroepelijk is. Dat is het geval wanneer tegen het besluit bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld.

Maatregelen

  • Inventarisatie maken van projecten waar deze uitspraak op van invloed is binnen de provincie Zuid-Holland (het Rijk heeft dit verzoek aan alle provincies gedaan).
  • Deelnemen in landelijke werkgroepen om ontstane problematiek in kaart te brengen en te adviseren over oplossingen (bv. salderingsbank).
  • Analyseren wat de impact is van de uitspraak op individuele projecten en categoriseren naar laag-middel-hoog risicoprofiel.
  • Opstellen van stappenplan / lijst van te nemen maatregelen naar mate van effectiviteit.
  • Intern adviseren van projectleiders.
  • Natuurontwikkeling versnellen om te voldoen aan de internationale verplichtingen om de natuur te behouden.
  • Regievoeren op gebiedsgerichte aanpak met stakeholders gericht op stikstofreductie en natuurherstel

Status risico

Inmiddels kunnen voor plannen / projecten / nieuwe activiteiten die (evt. door intern- of extern salderen) geen depositietoename voor stikstof in betrokken Natura 2000- gebieden veroorzaken (onder 0,00 mol/ha/jr) weer vergunningen worden verleend. Daarnaast heeft het kabinet stikstofreducerende maatregelen aangekondigd waardoor er mogelijk weer ruimte ontstaat voor nieuwe plannen / projecten / nieuwe activiteiten. De verwachting is echter dat dit voor een groot deel van de projecten / plannen in Z-H nog onvoldoende ruimte biedt om voor een vergunning in aanmerking te komen.
De uitspraak heeft mogelijk betrekking op 3400-3500 projecten van gemeenten, waterschappen en provincie in Zuid-Holland. Het merendeel van deze projecten betreft woningen (circa 2.500); daarnaast betreft het bedrijventerreinen, industrie en infrastructuur. Een beperkt aandeel hiervan is provinciale projecten. Daarmee staan ook het realiseren van beleidsambities t.a.v. met name woningbouw, bereikbaarheid, economie, waterveiligheid en transitie landbouw onder druk.
De impact van de uitspraak op de projecten dient nader te worden geïnventariseerd. De financiële schade is op dit moment dan ook nog niet te benoemen. Voor een deel van de projecten zal de schade beperkt zijn en binnen het project of het begrotingsprogramma worden opgelost; voor een deel van de projecten kan de schade sterk op gaan lopen en zal mogelijk aanspraak worden gedaan op de Algemene reserve.

Deze pagina is gebouwd op 06/25/2020 07:13:43 met de export van 06/25/2020 06:57:43