24. | Subsidies (in de vorm van een lening) aan Warmtebedrijf Holding B.V. |
---|
Risico | De verstrekte subsidies (in de vorm van een lening) aan Warmtebedrijf Holding B.V. (WbR) worden niet terugbetaald. |
---|
Oorzaken | Er kan onvoldoende toekomstperspectief voor WbR worden geboden. |
---|
Gevolg(en) | Een negatief effect op het financiële resultaat van de provincie |
---|
Achtergrond- informatie | De provincie heeft op 21 december 2017 ingestemd met het overdragen van haar aandelen WbR Infra aan WbR Holding. Met deze omzetting van aandelen heeft de provincie een aandeelhoudersbelang van circa 2,5% verkregen. Het aandelenkapitaal is in natura ingebracht en heeft een intrinsieke waarde van € 1,2 mln. Net na deze aandelenomzetting is WbR in financiële moeilijkheden gekomen. De gemeente Rotterdam heeft, gelet op deze situatie, de bestaande kredietfaciliteit van WbR in 2018 aanzienlijk verhoogd. In lijn met een aantal bestuurlijke afspraken heeft of gaat de provincie gelet op deze financiële situatie: - Een eerste subsidie (in de vorm van een lening) verleend van € 0,7 mln als overbruggingsfinanciering (2018) dat wordt omgezet in agio bij het komen tot besluit tot aanleg van de LoO.
- Een tweede en derde provinciale subsidie (in de vorm van een lening) verleend van € 4 mln respectievelijk € 0,85mln als overbruggingsfinanciering (2019) om te komen tot een besluit tot aanleg van de LoO.
- Een aantal subsidies (in de vorm van een lening) verlenen tot maximaal € 6,5 mln voor de financiering van niet uitstelbare en/of onvermijdbare voorbereidingskosten gekoppeld aan de mogelijke realisatie van de LoO (2020).
- Een subsidie (in de vorm van een lening) verlenen van € 2 mln ter ondersteuning van de reguliere bedrijfsvoering van WbR als overbruggingsfinanciering (2020).
In welke mate al deze subsidies (in de vorm van een lening) in de toekomst kunnen worden terugbetaald en/of worden omgezet in agio is sterk afhankelijk van het toekomstperspectief van WbR. In geval van een faillissement zal daarvan geen sprake zijn. Ook aan het beëindigen van de (aandeelhouders)relatie met het WbR kunnen kosten verbonden zijn.De bestuurlijke inspanningen zijn er de komende periode op gericht om deze scenario’s te voorkomen. De provinciale inzet is dat medio 2020 besluitvorming zal plaatsvinden over deze alternatieven en dat de door de provincie verleende subsidies (in de vorm van een lening) uiterlijk einde looptijd 31 december 2020 worden terugbetaald. |
---|
Maatregelen | - De twee aandeelhouders(gemeente Rotterdam en provincie Zuid-Holland) hebben begin 2019 onder een aantal opschortende voorwaarden ingestemd met de bestuursovereenkomst LoO om te komen tot een toekomstbestendiger WbR. Onder meer door realisatie van extra afzet in combinatie met extra uitbreiding van het bestaande warmtetransportsysteem en extra financiële inbreng van (nieuwe) aandeelhouders waaronder mogelijk het Warmteparticipatiefonds Zuid-Holland B.V. (WPF).
- Eind 2019 hebben de twee aandeelhouders besloten om onderzoek te laten doen naar alternatieven voor de LoO..
- Medio 2020 wordt naar verwachting op basis van dit onderzoek een besluit genomen over de wijze waarop warmtelevering aan Leiden mogelijk wordt.
- In samenhang daarmee zal in de loop van 2020 een herstructureringsplan worden opgesteld om de reguliere bedrijfsvoering van WbR weer op orde te krijgen. Belangrijk aandachtspunt daarbij is op welke wijze WbR schuldenvrij te maken inclusief de aandachtspunten die vanuit staatssteun gelden.
|
---|
Status | - De verwachting was dat de in 2018 verstrekte eerste subsidie (in de vorm van lening) van € 0,7 mln niet meer zou worden terugbetaald. Dit vanwege de veronderstelling dat dit bedrag op grond van de Bestuursovereenkomst LoO zou worden omgezet in agio. Hier is in de Jaarrekening 2018 een voorziening van € 0,7 mln voor getroffen.
- Gezien de nieuwe ontwikkelingen inzake de uitbreiding van het warmtetransportsysteem en de reguliere bedrijfsvoering WbR zijn alle subsidies nu onderdeel van een bestuurlijk proces en hebben een gelijk risicoprofiel: de kans dat alle leningen worden terugbetaald is onzeker alsmede de mate waarin de leningen worden terugbetaald. Dit betekent dat dit risico moeilijk kan worden gekwantificeerd. Eventuele gevolgschade wordt afgedekt door de risicoreserve Energiefonds, waarin extra middelen zijn toegevoegd, namelijk € 5,4 mln ter dekking van aanvullende kapitaallasten; tevens valt de voorziening van € 0,7 mln vrij naar deze risicoreserve. Gelet op de huidige beschikbare informatie is de omvang van de risicoreserve Energiefonds voldoende om eventuele financiële risico’s in 2020 te kunnen afdekken.
- Dit betekent dat dit risico in de paragraaf als PM staat opgenomen.
|
---|