12. | Lagere uitkering provinciefonds |
---|---|
Risico | De inkomsten uit het provinciefonds wijken af van wat in de meerjarenbegroting geraamd is. |
Oorzaken |
|
Gevolg(en) | Incidenteel en/of structureel tekort op de begroting. |
Achtergrond- informatie | Omdat de uitkering van het provinciefonds afhankelijk is van de totale uitgaven van het Rijk is onderuitputting van het Rijk een risico voor de provincie. Dit wordt ook wel geduid met de term ‘trap-op-trap-af systematiek’. |
Maatregelen | Op basis van de meest recente prognoses wordt in de begroting de uitkering uit het provinciefonds periodiek bijgesteld (op basis van mei, september en december circulaires van het Rijk). Eventuele afwijkingen op de begroting worden bij de jaarrekening opgevangen in de algemene reserve. |
Status | In 2019 is de onderuitputting op de Rijksbegroting over 2018 (in de vorm van een verlaging van het accres) geboekt. Ook voor 2020 (en waarschijnlijk de daaropvolgende periode) is het meest reële risico een onderuitputting op de Rijksbegroting. Een afwijking van 1% is voor de provincie in absolute zin een risico van ongeveer € 2,8 mln. Voor het weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met een maximale negatieve afwijking van € 5 mln met een kansinschatting van 50-75%. |