15. | Ontwikkelopgave NNN |
---|
Risico | De provincie is niet in staat om binnen budget en binnen de met het Rijk afgesproken tijd (2027) de ontwikkelopgave voor het Natuurnetwerk Nederland (NNN) te realiseren. |
---|
Oorzaken | - Aangeboden instrumenten voor grondverwerving werken onvoldoende / slaan niet aan
- Benodigde gronden voor realisatie NNN zijn niet (tijdig) beschikbaar
- Hogere kosten grondverwerving bij actieve grondverwerving
- Hogere indexatie van grond- en inrichtingskosten
- Onvoldoende draagvlak vanuit de omgeving voor natuurrealisatie
- Beoogde kwalitatieve natuurdoelen voor het NNN zijn niet (tijdig) behaald of hebben niet de gewenste kwaliteit
- Benodigde (bestuurlijke) producten die natuurrealisatie mogelijk maken zijn niet (tijdig) gereed
- Stikstof / PFAS veroorzaken vertraging m.b.t. inrichting van gebieden
|
---|
Gevolg(en) | - De provincie voldoet niet aan haar afspraken met het Rijk het NNN uiterlijk per 2027 te realiseren. Dat kan leiden tot terugvordering van door het Rijk ter beschikking gestelde budget.
- Uitgestelde realisatie van het NNN zal leiden tot hogere totale kosten vanwege hogere verwerving/inrichtingskosten (indexatie) en langer doorlopende proceskosten. Die extra kosten komen ten laste van provincie Zuid-Holland.
- Daarnaast leidt vertraging van de realisatie van het NNN tot een lagere realisatie van de door Europa opgelegde internationale natuurdoelstellingen. Naast de negatieve consequenties voor de biodiversiteitsdoelstellingen heeft het niet behalen van de internationale natuurdoelstellingen ook directe nadelige gevolgen voor de economische ontwikkelruimte. De Programmatische Aanpak Stikstof laat de 1:1 relatie zien tussen de internationale natuurdoelen halen en de mogelijkheden voor economische ontwikkelruimte. In de provincie Zuid-Holland is dit aspect nijpender dan in andere provincies vanwege de grote economische belangen (Maasvlakte) en de beperktere (fysieke) ruimte om natuurdoelen te verwezenlijken.
|
---|
Achtergrond-informatie | Natuurnetwerk Nederland (NNN) is een samenhangend netwerk van bestaande en toekomstige natuurgebieden in Nederland. Het vormt een belangrijk onderdeel van het natuurbeleid. Sinds 2014 zijn de provincies verantwoordelijk voor natuurbeleid en de verdere ontwikkeling en beheer van NNN. Met het Rijk is afgesproken dat het NNN per 2027 gerealiseerd is. Daarnaast toont de PAS-uitspraak in 2019 het belang aan om de natuurdoelen voor de provincie te behalen, zodat zij haar economische ontwikkelruimte kan behouden/creëren. Mede daarom is het streefdoel van het Rijk om per 2050 de internationale natuurdoelen voor 100% te realiseren. De realisatie van het NNN draagt daaraan bij. |
---|
Maatregelen | - Met de vaststelling van het Kaderbesluit Groen zijn de hectares (500), die deel uitmaakten van de destijds door PS bij vaststelling van de Uitvoeringsstrategie NNN ingestelde Strategische reservering, in uitvoering genomen. Daarmee is de Strategische reservering opgeheven. In plaats daarvan is een buffer op programmaniveau ingesteld van € 29 mln.
- Daarnaast is besloten tot een actievere realisatiestrategie, waarbij provincie Zuid-Holland het voortouw neemt om het gebiedsproces te starten voor de projecten waarvoor nog geen externe initiatiefnemer is. In het uiterste geval neemt de provincie een trekkersrol bij de realisatie van de restantopgave NNN, als vaststaat dat daarvoor bij de gebiedspartijen geen mogelijkheden zijn.
- Zorgvuldige bestuurlijke samenwerking/afstemming met gemeenten/waterschappen over in te zetten instrumentarium voor grondverwerving.
|
---|
Status risico | De provincie Zuid-Holland moet vanaf 1 januari 2019 nog meer dan 1.300 ha verwerven en ongeveer 3.300 ha inrichten als ‘nieuwe natuur’. Integraal onderdeel van het natuurnetwerk is het aanleggen van meer dan 100 kilometer aan ecologische verbindingen. De grondverwerving op basis van vrijwilligheid loopt momenteel tegen haar grenzen aan, wat betekent dat andere instrumenten moeten worden ingezet. In de Krimpenerwaard gebeurt dit als eerste; in de business case is voor dit gebied rekening gehouden met bijkomende hogere grondkosten. De business case wordt jaarlijks herijkt mede op basis van de ervaringen in dit gebied. De risico’s binnen het programma NNN zijn financieel afgedekt door een buffer van € 29 mln in de business case en de risicoreserveringen (posten onvoorzien) binnen de budgetten van de uitvoeringsprojecten van het programma NNN. Voor een aantal projecten moet echter al aanspraak gemaakt worden op de buffer: - De Leenherenpolder is in 2019 door het Rijk aangewezen als Natura 2000 gebied en wordt daarom ook als NNN begrensd. Het gebied moet conform de Natura 2000 aanwijzing door de provincie ingericht worden. Hiervoor is € 10 mln gereserveerd binnen de buffer van € 29 mln.
- De stuurgroep Gouwe Wiericke heeft een scopewijziging van de huidige gebiedsovereenkomst ingediend bij GS. Voorgesteld wordt de realisatietermijn te verschuiven van 2021 naar 2024. Hierdoor wordt de realisatie circa € 4 mln duurder (indexatie van verwerving- en inrichtingskosten en langere doorloop proceskosten).
- De Stuurgroep Krimpenerwaard zal naar verwachting in de eerste helft van 2020 ook een scopewijziging indienen voor verschuiving van de realisatietermijn. Ook dat zal naar verwachting leiden tot hogere realisatiekosten.
Voor nu zijn de buffer en de posten onvoorzien samen nog voldoende om risico`s op project- en programmaniveau op te kunnen vangen. Een betrouwbare inschatting of de programmadoelen tijdig en binnen budget worden gerealiseerd kan pas rond 2022 worden gemaakt. Dan is een substantieel deel van de gebieden concreet gerealiseerd of is de realiseerbaarheid bepaald. Voorlopig houden we daarom vast aan de totale risicoreservering en wordt voorgesteld om in 2022 (of eerder wanneer er noodzaak toe is) de realisatiestrategie te evalueren. |
---|