Met dit doel wordt beoogd het volgende te bereiken:

• Een toegankelijk, gevarieerd en robuust groenblauw netwerk van gebieden, waterwegen, routenetwerken en landschappen in Zuid-Holland.
• Een aantrekkelijke overgang van stedelijk naar landelijk gebied voor diverse recreantengroepen.
• Grote betrokkenheid van particulieren, bewoners en ondernemers bij versterking van groen- en waterbeleving (groenparticipatie) en de biodiversiteit.

De provincie heeft een bijdrage geleverd aan een groenblauw netwerk om daarmee de recreatiemogelijkheden in Zuid-Holland te vergroten. Hierdoor is bevorderd dat het groen op een aantrekkelijke manier bereikbaar is (juist ook vanuit de stad) en het landschap beleefbaar, vanaf het water of over land. Dit zorgt voor een toenemende waardering van het recreatief groen door de inwoners van Zuid-Holland en een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat.

Met het oog op een aantrekkelijke overgang van stedelijk naar landelijk gebied is ook gewerkt aan een betere aansluiting tussen de verschillende groenblauwe netwerken, waarmee een meer samenhangende structuur is ontstaan. Na nieuwe gebieden en routestructuren voor fietsen, wandelen, en varen te hebben gemaakt, is er nu aandacht voor nieuwe infrastructuur voor paardrijden.
Er is een accentverschuiving gekomen naar beter beleefbaar maken en beter benutten van bestaande recreatievoorzieningen en (regionale) samenwerkingsverbanden opzetten of intensiveren, zoals bij de Nationale Parken.

Er is meer draagvlak en een gedeelde verantwoordelijkheid voor een duurzaam behoud van de groene en blauwe ruimte in Zuid-Holland, doordat de provincie bij het uitdenken en uitvoeren van plannen ervoor heeft gekozen om dit samen met belanghebbende organisaties en burgers te doen.

Verantwoording effectindicatoren

1.3.a: De meetwaarde van 84% ligt hoger dan de streefwaarde van 73%. Bij de streefwaarden is destijds gekozen voor een constante waarde van 73% in aansluiting op de nulmeting, waarbij enerzijds de investeringen in groen en anderzijds de verdere verstedelijking en infrastructurele uitbreidingen elkaar in evenwicht houden. De bijdrage aan een groenblauwe structuur lijkt een positieve invloed te hebben op de tevredenheid met recreatief groen in de buurt.

1.3.b: De meetwaarde van 83% ligt hoger dan de streefwaarde van 70%. Mogelijke verklaring hiervoor is de voltooiing van een provinciedekkend wandelroutenetwerk en investeringen in een betere verbinding van stad en land voor (met name) fietsers.

Om de groenbeleving te vergroten, zijn nieuwe groengebieden en recreatieve netwerken gemaakt. Zo is inmiddels 33 ha aan nieuw recreatiegebied in de Nieuw Dordtse Biesbosch gemaakt en is ook de inrichting van de Nieuwe Driemanspolder afgerond (oplevering voorzien in 2020). 
Ook zijn kwaliteitsverbeteringen doorgevoerd in bestaande gebieden en netwerken. De bezoekersdruk op de gebieden neemt steeds verder toe, ook door bezoekers van buiten de provincie. Daarom is het nodig de opvangcapaciteit te vergroten en de bezoekersstromen te reguleren, om kwetsbare natuur te ontlasten. Dit gebeurt altijd met oog voor behoud van de kernkwaliteiten van de gebieden. Om aan te sluiten op de actuele recreatiewensen van de Zuid-Hollandse inwoners is regionaal maatwerk nodig.

De afgelopen jaren zijn de meeste provinciale recreatiegebieden overgedragen aan gemeenten. De provincie heeft momenteel nog zeven recreatiegebieden in eigendom. Voor het recreatiegebied Vlietland is afgelopen jaar gestart met  een toekomstperspectief, in nauwe samenwerking met gebiedspartijen.  
Voor beheer van recreatiegebied Bentwoud wordt gewerkt aan een beheerplan met meerjarige financiële planning. Ook is voor Bentwoud een evaluatie uitgevoerd naar de samenwerkingsafspraken met de betrokken gemeenten en Staatsbosbeheer, als opmaat naar nieuwe samenwerkingsafspraken in 2020.  

Er is inmiddels een provinciedekkend wandelroutenetwerk ontstaan. Om de afstemming van beheer en onderhoud en de vindbaarheid van recreatieve routenetwerken te bevorderen, is in 2019 gestart met een verkenning naar het draagvlak voor een routebureau. Daarnaast zijn de contracten voor circa 30 km aan boerenlandpaden in 2019 verlengd. Aan de landelijke stichting Fietsplatform is een provinciale bijdrage toegekend voor de icoonfietsroutes Maasroute en Kustroute. De Maasroute is in mei 2019 geopend.
In het kader van routenetwerken zijn voor het Ruiterpadenplan fase 1 de eerste subsidieaanvragen voor groot onderhoud ingediend.  Deze fase is erop gericht bestaande ruiterpaden op te knappen en schakels in de bestaande routenetwerken te maken(motie 743).

Samen met gebiedspartners werkt de provincie aan twee Zuid-Hollandse nationale parken: Hollandse Duinen en NL Delta Biesbosch-Haringvliet. Voor NLDelta is in 2019 de samenwerking tussen de initiatiefnemers van NLDelta, provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant bestendigd door een samenwerkingsovereenkomst waarin partijen middelen (geld en capaciteit) hebben toegezegd voor het voorbereidende werk om de status van Nationaal Park aan te vragen. Voor Nationaal Park Hollandse Duinen (NPHD) is in 2018 al een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Beide parken willen in 2021 de status van Nationaal Park hebben. In dat licht wordt verder gewerkt aan de governance en duurzame financiering, educatiestrategie en de uitwerking van ambities.

De verantwoordelijkheid (ook financieel) voor het beheer en onderhoud is zoveel mogelijk neergelegd bij regionale partijen, soms met hulp van vrijwilligers. Er is vaak sprake van (co)financiering, bijvoorbeeld via subsidie of door regionale gebiedsprogramma’s mede te ontwikkelen, partijen te verbinden en samenwerking, kennisuitwisseling en voorlichting te stimuleren. Daarnaast zijn projecten en vrijwilligersinitiatieven ondersteund die bijdragen aan meer groenbeleving.
Met de samenwerkende partijen zijn meerjarige regionale gebiedsprogramma`s in de verschillende regiegroepen en landschapstafels verder uitgevoerd om groene ambities voor recreatie, natuur en duurzame landbouw te verwezenlijken. Het accent ligt daarbij op recreatieve projecten. Hiervoor waren coalitiemiddelen beschikbaar in de periode 2016 – 2019. Tot eind 2019 hadden de landschapstafels de tijd om projecten te starten en in het voorjaar van 2020 rapporteren zij over de resultaten.

De bestaande programma’s en projecten voor groenparticipatie zijn ook in 2019 gecontinueerd en uitgebreid.
Zo is er naast kinderen betrekken in het programma `Groen doet Goed` ook subsidie beschikbaar gesteld voor Tiny Forests.

Overzicht reserves

Bijdrage Verbonden partijen

Niet van toepassing.