Kasgeldlimiet
De norm voor de toegestane omvang van de opgenomen kasgelden is de bij Wet Fido bepaalde kasgeldlimiet. De limiet is een bedrag ter grootte van 7% van de jaarbegroting van de provincie bij aanvang van het verslagjaar zijnde € 48,8 mln. Ondanks het feit dat in 2019 de eerste kortlopende geldleningen zijn aangetrokken was overschrijding van de kasgeldlimiet niet aan de orde, mede door het forse saldo van de rekeningcourant van het project PMR.
Renterisiconorm
Het renterisico op de langlopende leningen wordt berekend volgens een door de Wet Fido voorgeschreven renterisiconorm. De wijzigingen in een langlopende leningenportefeuille worden getoetst aan een drempelbedrag voor de renterisiconorm.
Het renterisico op de leningportefeuille is afhankelijk van:
- het gedeelte van de vaste schuld waarvoor de geldnemer een wijziging van de rente op basis van de leningsvoorwaarden niet kan beïnvloeden (renteherziening);
- het gedeelte van de portefeuille aan vaste schuld dat in enig jaar geherfinancierd moet worden door het aangaan van nieuwe leningen (herfinanciering).
De drempel is voor de provincie 20% van het begrotingstotaal, voor het jaar 2019 betekent dit een drempel van € 139,5 mln. De provincie heeft in 2019 voor een bedrag van € 33,7 mln afgelost en volledig geherfinancierd, op de lopende leningen hebben geen renteherzieningen plaatsgevonden. De ruimte onder de drempel is conform Begroting 2019 € 105,8 mln.