2019 is het jaar geweest waarbij de jarenlange situatie van overliquiditeit is omgeslagen in een situatie waarbij de provincie Zuid-Holland een financieringsbehoefte heeft. Deze omslag is in eerdere begrotingen al aangekondigd maar in 2019 werkelijkheid geworden.
In de financieringsparagraaf van de Begroting 2019 werd uitgegaan van het aantrekken van nieuwe langlopende schulden van in totaal € 161 mln, uiteindelijk is er daadwerkelijk voor € 150 mln aan nieuwe langlopende leningen aangetrokken.
Deze leningen betreffen lineaire geldleningen die in 30 jaar worden afgelost. De looptijd van deze leningen is gelijk aan de afschrijvingstermijnen van de (wegen)infrastructuur. Door deze relatief lange looptijd van deze leningen gecombineerd met een lineaire aflossing wordt aansluiting gezocht met de afschrijvingslasten. Daarnaast wordt hiermee het evenwicht gezocht tussen beheersing van renterisico en flexibiliteit voor de toekomst.
De financieringsbehoefte gedurende het jaar verliep volgens de prognose na de voorjaarsnota als volgt.
In bovenstaande grafiek is een duidelijke piek waarneembaar van inkomende middelen halverwege het jaar, dit is een jaarlijkse storting vanuit het BTW compensatiefonds eind juni. Als tweede valt op dat aan het einde van het jaar een grote uitgaande kasstroom zichtbaar is. Deze wordt veroorzaakt door de jaarlijkse aflossingen en rentebetalingen aan het einde van het jaar.
Vanwege deze fluctuaties is er gedurende het jaar ook gebruik gemaakt van kortlopende leningen met een looptijd tot 3 maanden. Er zijn in 2019 totaal 4 kortlopende leningen aangetrokken met een negatieve rente.
Alle langlopende geldleningen zijn aangetrokken bij de BNG bank. Het gaat om de volgende leningen:
Datum Bedrag Rente
Juni 2019 50.000.000 0,8470%
Oktober 2019 50.000.000 0,3750%
December 2019 50.000.000 0,6840%
De totale schuldenstand bedroeg begin 2019 € 367,4 mln, hiervan is een bedrag van € 33,7 mln afgelost. Door het aantrekken van nieuwe leningen was de restantschuld € 483,7 mln. Het aandeel langlopende schulden op het balanstotaal bedraagt 27,9%.
Naast bovenstaande langlopende leningen stond op 31-12-2019 verder nog een kortlopende lening van € 50 mln op de balans.
Ondanks het feit dat er in 2019 een financieringsbehoefte is ontstaan zijn er in 2019 perioden geweest met tijdelijk overtollige middelen. Deze tijdelijk overtollige middelen zijn conform de Regeling schatkistbankieren decentrale overheden ondergebracht bij het Agentschap van de Generale Thesaurie van het ministerie van Financiën.