Bij het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen wordt de Regeling Schatkistbankieren gevolgd. De rente kan conform de Regeling Schatkistbankieren niet negatief zijn. Gedurende het gehele jaar 2019 was de rente bij de rekeningcourant van de schatkist 0%.
De rentetarieven zijn in 2019 sterk gedaald ten opzichte van tarieven waarmee rekening was gehouden bij de Begroting 2019. Dit heeft geleid tot lagere (structurele) rentelasten bij de aangetrokken langlopende geldleningen en tot een negatieve rentelast van € 175.000 bij de aangetrokken kortlopende leningen. Hierdoor ontstaat het volgende beeld :
Renteschema: | ||||
|---|---|---|---|---|
De externe rentelasten over de korte en lange financiering | € 16.674.631 | |||
De externe rentebaten (idem) | -/- | € 284.803 | ||
Saldo rentelasten en rentebaten | € 16.389.827 | |||
De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend | -/- | € - | ||
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | -/- | € - | ||
De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (= projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend | +/+ | € - | ||
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente | € 17.317.228 | |||
Rente over eigen vermogen | +/+ | € - | ||
Rente over voorzieningen | +/+ | € - | ||
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente | € 17.317.228 | |||
De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) | -/- | € 17.317.228 | ||
Renteresultaat op het taakveld Treasury | -/- | € 927.401 |
De rentelasten (combinatie van betaalde rente en ontvangen negatieve rente) bedragen € 16,7 mln. De totale rentelasten in 2019 bedragen 2,4% van de totale inkomsten.
De totale aan de taakvelden toegerekende rente (de zogenaamde renteomslag) bedraagt € 17,3 mln. Dit bedrag is gebaseerd op het verwachte saldo rentelasten en rentebaten bij de Voorjaarsnota 2019. Onder andere door de daling van de rentetarieven in de loop van 2019 was het werkelijke saldo van de rentelasten en baten ongeveer
€ 0,9 mln lager en ontstaat er een positief renteresultaat conform de beleidsnota kostentoerekening en rente wordt bij de jaarrekening pas bij een afwijking van 25% een correctie, op de aan de taakvelden toegerekende rente, toegepast.
In de wet financiering decentrale overheden (Fido) zijn normen opgenomen om grote fluctuaties van de rente (lees renterisico`s) te vermijden. Dit zijn de kasgeldlimiet voor de korte termijn en de renterisiconorm voor de lange termijn.