Verantwoording prestatie-indicatoren

3.6.2.1: Er is boven verwachting gepresteerd. Met de extra middelen (€ 2,2 mln) voor de restauratie van rijksmonumenten is voor 34 monumenten subsidie beschikbaar gesteld.

3.6.2.2: Er zijn negen maatadviezen opgesteld voor onder meer de Vlietwoning in Naaldwijk, Dorpskerk Wassenaar, Grote Kerk in Den Haag en de Koningin Wilhelminahaven te Vlaardingen. Door tussenkomst van de aanjagers zijn er vooral verzoeken voor een advies op maat gekomen voor agrarisch, religieus en industrieel erfgoed. Het aantal van negen adviezen ligt boven de verwachting voor 2019.

3.6.2.3: Het aantal aangevraagde onderhoudssubsidies ligt traditiegetrouw hoog, omdat molens een monumentencategorie vormen die sterk afhankelijk is van ondersteunende subsidies. De cyclus van de regeling, hernoemd tot de SIM, is 6 jaar en wordt verstrekt door het Rijk. Vervolgens vult de provincie de subsidie aan tot 91%. De dekkingsgraad is iets lager dan de streefwaarde omdat enkele gemeenten niet opnieuw een aanvullende onderhoudssubsidie hebben aangevraagd voor hun molen bij de provincie (en soms ook het Rijk).

3.6.2.4: In 2019 heeft het Erfgoedhuis vooral maatwerkadvies uitgebracht en is gestart met twee groenbeheerplannen. Afronding volgt in 2020.

3.6.2.5: Het restauratievolume wordt gemeten aan de hand van het percentage rijksmonumenten (exclusief oorspronkelijke functie woonhuis), weergegeven naar de staat van het casco, categorie ‘matig’ en ‘slecht’.
Elke provincie heeft een Erfgoedmonitor. Het gezamenlijke doel is dat eind 2020 alle provincies hun monitor hebben geactualiseerd zodat vergelijkingen mogelijk zijn. In 2018 is Zuid-Holland gestart met de actualisatie van de Erfgoedmonitor. Daartoe worden in 2018, 2019 en 2020 jaarlijks alle data geactualiseerd, en wordt elk van deze jaren een derde deel van de locaties bezocht en geactualiseerd. Met name deze laatste actie levert gegevens over de restauratie-achterstand. Na afronding van de drie deelactualisaties, eind 2020, zal de monitor van Zuid-Holland volledig zijn geactualiseerd.

De deelactualisatie van 2019 levert een percentage op van 15,1%. Dit is een verlaging ten opzichte van 2018, maar afwijkend van de verwachting. Dit ogenschijnlijk negatieve beeld is echter verklaarbaar. Zo is het aantal objecten opgenomen in de monitor met 911 extra objecten flink toegenomen. Hieraan ligt een verbeteringsslag in het rijksmonumentenregister door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in 2019 ten grondslag. Als gevolg hiervan zijn 81 rijksmonumentnummers meer opgenomen door verbeterde omschrijvingen van de monumenten waardoor deze nu als niet-woonhuis aangemerkt worden. Daarnaast zijn bij ruim 800 monumentennummers conform de landelijke standaard de losse elementen nog verder uitgesplitst. Door deze wijzigingen/verbeteringen is een vergelijking van de uitkomsten met de eerste monitor in 2017 lastig. Feitelijk kan daardoor het jaar 2020 als nieuwe nul-meting worden gezien.

Voor deze taak zijn er geen reserves.