8.5 Staat van voorzieningen

De voorziening dient ter dekking van verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar wel redelijkerwijs te schatten.
De provincie is voor 40% deelnemer in de GR Grondbank RZG. Per 31 december 2011 zijn de gronden in het bezit van de Grondbank met € 30 mln afgewaardeerd waardoor een tijdelijk negatief eigen vermogen bij de GR is ontstaan. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) (toetsbrief begroting Grondbank 2015) gaat er vanuit dat er in 2018 voldoende zicht is op ontwikkeling en zo het tijdelijk negatief eigen vermogen weer positief en toereikend zal zijn om de in de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing geïnventariseerde risico’s te kunnen opvangen.
Voor het tijdelijk negatief eigen vermogen heeft de provincie bij Jaarrekening 2011 een voorziening getroffen die in 2015 is aangepast tot € 9,6 mln.

Niet van toepassing.

Niet van toepassing.

De voorziening is bij de Jaarrekening 2004 gevormd voor het saldo van ontvangen heffingen en gemaakte kosten. Deze voorziening heeft zowel een egalisatiefunctie als een functie om mogelijke toekomstige schadeclaims te kunnen dekken.

Er is € 0,5 mln onttrokken uit de voorziening. De onttrekking is voor een groot deel het gevolg van extra (onvoorziene) verleende vergunningen i.h.k.v. de Waterwet door de omgevingdienst Haaglanden.

Niet van toepassing

Deze voorziening heeft het karakter van een voorziening voor kosten die in een volgend begrotingsjaar gemaakt zullen worden, waarbij die kosten hun oorsprong mede vinden in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.

Provinciale Staten hebben op 3 februari 2016 de Nota Onderhoud kapitaalgoederen, onderdeel Gebouwen 2016-2019, vastgesteld. Beleidsuitgangspunt is hierbij dat een sober en doelmatig kwaliteitsniveau conform NEN-2767 normering op het wettelijk minimum, conditieniveau 3 wordt gehanteerd. Tot en met 2019 staan de volgende kwaliteitsaspecten centraal: functionaliteit, veiligheid en representatie.

In uitwerking op deze nota hebben Gedeputeerde Staten in 2016 het Beheerplan Gebouwen 2016-2019 voor planmatig beheer en onderhoud vastgesteld. Een belangrijk onderdeel is het inzichtelijk hebben van een meerjarenonderhoudsplan. Het ‘Beheerplan Gebouwen’ wordt elke vier jaar geactualiseerd. Vanaf 2019 is in elke opdracht duurzaamheid en circulair gebruik van materialen opgenomen.

Aan deze voorziening is € 1,6 mln onttrokken ten behoeve van het uitvoeren van regulier onderhoud aan het Provinciehuis. Enerzijds betreft dit € 0,8 mln aan vrijval als gevolg van besluitvorming omtrent de renovatie van bestuursgebouw C. Een deel van de dekking komt namelijk uit de voorziening MJOP. De resterende € 0,8 mln die is onttrokken betreffen de daadwerkelijk in 2019 gemaakte lasten.

Voor het uitvoeren van het regulier onderhoud aan gebouwen is € 0,7 mln aan de voorziening gedoteerd.

Deze voorziening is ingesteld om aan de pensioenverplichtingen van de GS-leden te kunnen voldoen. Deze voorziening heeft het karakter van een voorziening voor op de balansdatum bestaande risico`s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.

Naast bovengenoemde storting in de pensioenvoorziening GS heeft er ook een onttrekking plaatsgevonden. Dit betreft een bedrag van € 0,5 mln dat ten laste van de voorziening is  gebracht om de kosten van de algemene pensioenwet politieke ambtsdragers te kunnen betalen.

Om de voorziening pensioenen GS toereikend te laten zijn, is een berekening gemaakt voor alle rechten van de huidige GS-leden en gewezen GS-leden voor en na pensioendatum. Als grondslag is een contante waarde uitgevoerd door APG. De berekening heeft ertoe geleid dat de voorziening ultimo 31 december 2019 met € 2,8 mln verhoogd wordt om aan de verplichtingen te kunnen blijven voldoen.  De extra hoge storting dit jaar is mede het gevolg van een andere berekening van de rentesystematiek. De rente wordt vanaf heden op 0% gesteld. Hierdoor wordt de fluctuatie in de dotatie per jaarschijf minder.

Elke vaste medewerker of tijdelijke medewerker met een dienstverband van 6 maanden of langer beschikt vanaf 1 januari 2018 over een Persoonlijk OntwikkelingsBudget (POB). Dit POB kan gebruikt worden voor opleiding en ontwikkeling over een periode van 5 jaar. Voor de bekostiging van het POB wordt een jaarlijkse voorziening getroffen van € 1.000 per medewerker per jaar. Dit is ongeveer € 1,5 mln per jaar.

In 2019 is € 0,6 mln onttrokken uit de voorziening POB voor opleiding en ontwikkeling van vaste medewerkers of tijdelijke medewerkers met een dienstverband van 6 maanden of langer.

In 2019 is € 1,484 mln gestort in de voorziening POB.

In het jaarrekeningproces 2018 is uit onderzoek gebleken dat op de provinciale bijdrage geen terugbetalingsverplichting rust. De in 2006 opgenomen OVP 750 HA PMR is daarom ge(her)classificeerd als voorziening.

Niet van toepassing.

Niet van toepassinig.

Deze voorziening heeft het karakter van een voorziening voor op de balansdatum bestaande risico’s voor bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten. De voorziening heeft als doelobligaties uit te betalen en coupons te verzilveren van de uitgelote premieleningen 1957 en 1959.

Voor de uitbetaling van coupons van voormalige obligatieleningen heeft een marginale onttrekking ad € 2.212,00 uit de voorziening plaatsgevonden.

Niet van toepassing.

In verband met de financiële afwikkeling van de herindeling Vijfheerenlanden wordt een voorziening getroffen. De voorziening dient ter dekking van de financiële gevolgen van de onderhandelingen met de provincie Utrecht.

Niet van toepassing.

Er is € 2 mln toegevoegd voor de ontvlechtingen van de samenwerkingsverbanden Vijfheerenlanden. Afwikkeling zal plaats vinden in 2020.