Verantwoording prestatie-indicatoren

1.6.5.1: De indicator op tijd verleende omgevingsvergunningen (Wabo) voor kortlopende procedures laat een vergelijkbaar beeld zien met voorgaande jaren, met alleen bij de DCMR en ODH een lichte daling. Bij de vergunningen die buiten de termijn van rechtswege zijn verleend, zijn geen nadelige consequenties opgetreden.

1.6.5.2: Uit de percentages van de indicator op tijd verleende omgevingsvergunningen (Wabo) voor langlopende procedures blijkt dat vier van de vijf diensten achterblijven bij de doelstelling. Bij de DCMR is een duidelijke verbetering te zien.
Bij ODMH gaat het om 3 procedures waarvan er één in een weigering heeft geresulteerd. Over het overschrijden van de termijn zijn met de betreffende bedrijven afspraken gemaakt. Het betrof hier onder meer complexe afstemming met de gemeente in het kader van ruimtelijke ordening.
Door alle omgevingsdiensten zijn afspraken gemaakt met de betreffende bedrijven over het overschrijden van de termijnen. Bij het verlenen van vergunningen ligt de nadruk op kwaliteit boven snelheid.
In de tabel zijn alleen de indicatoren met betrekking tot de Wabo opgenomen. Daarnaast verlenen de omgevingsdiensten ook vergunningen op het terrein van vuurwerk en bodem.

1.6.5.3: Uit de indicator actuele vergunningen blijkt dat bij drie omgevingsdiensten de vergunningen actueel zijn met betrekking tot de vigerende wet- en regelgeving. Het percentage bij de DCMR wordt vooral beïnvloed door de korte implementatietermijn van het Landelijk Afvalbeheer Plan 3 waardoor bij 15 bedrijven nog niet is voldaan aan het actualiseren van de sturingsvoorschriften. Deze sturingsvoorschriften zijn aanvullend op wetgeving om zo doelmatig beheer van afvalstoffen nog beter te realiseren. De DCMR zal de actualisering van de sturingsvoorschriften in 2020 verder uitvoeren. Bij OZHZ zijn twee (van de in totaal 34) vergunningen op basis van de toetsdatum nog niet geactualiseerd. Deze actualiseringen zullen in 2020 door OZHZ worden uitgevoerd.

1.6.5.4: Uit de indicator controledichtheid blijkt dat alle provinciale inrichtingen in 2019 een preventieve Wabo-controle hebben gehad.

1.6.5.5: De indicator naleving geeft evenals vorig jaar de initiële naleving door bedrijven weer en heeft het karakter van een effectindicator. Het geeft het percentage bedrijven weer waar bij de preventieve Wabo-controle (regulier Wabo toezicht) geen overtreding wordt geconstateerd. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt in de zwaarte van de overtreding. De geconstateerde overtredingen zijn conform Nota VTH gehandhaafd, tot de overtreding ongedaan is gemaakt.

Over de naleving bij BRZO-controles is in de Rapportage Brzo-inspecties 2018 provincie Zuid-Holland (brief aan Provinciale Staten d.d. 10 juli 2019) gerapporteerd.