Doel 3-2 Schone en toekomstbestendige energie
Wat hebben we bereikt?
Met dit doel wordt beoogd het volgende te bereiken:
- Regionale energiestrategieën opstellen
- Ruimtelijke beleid voor opgave hernieuwbare opwekking op land tot 2030
- Planvorming en voorbereiding voor verduurzaming gebouwde omgeving tot 2022 en realisatie (warmte)infrastructuur
- Nieuwe energiedragers (elektriciteit, waterstof, biomassa) verder ontwikkelen, opslag en conversie en bijbehorende infrastructuur voor verduurzaming en circulair maken industrie
- Gebiedsaanpak emissiereductie veenweiden en innovaties glastuinbouw
- Verdere verduurzaming OV, (brandstoffen voor) mobiliteit en infrastructuur
- Regionale energiestrategieën overeenkomen
- Arbeidsmarkt en scholing
- (Markt)financiering organiseren
- Burgerparticipatie faciliteren
In 2019 heeft de provincie onder meer aan de volgende zaken gewerkt:
- In zeven regio’s is bijgedragen aan kennis over energiegebruik, ruimtelijke impact en bronnen en zijn regionale energiestrategieën voorbereid (RES’sen)
- Bijgedragen aan de opgave hernieuwbare opwekking van elektriciteit op land
- Inzage opgebouwd in belemmeringen om elektriciteit op te wekken via zon op dak en dubbel ruimtegebruik
- Planvorming en voorbereiding voor verduurzaming van de gebouwde omgeving met gemeenten opgepakt, in het bijzonder de warmtebronnen en warmtevraag per gemeente helder krijgen
- Kennisopbouw over de ontwikkeling van warmtebronnen zoals geothermie en aquathermie gestimuleerd en gedeeld
- Kansrijke lokale warmteprojecten bijeengebracht en gebundeld voor ontwikkeling en aanvraag van Europese subsidie
- Voorstellen over marktordening voor (regionaal) warmtetransport opgebouwd via Green Deal met warmtepartners voor warmtewet 2
- Ontwikkeling van (warmte)infrastructuur voor verstedelijkt Zuid-Holland verder gebracht
- Kennisontwikkeling gestimuleerd over nieuwe energiedragers, opslag en conversie en bijbehorende infrastructuur voor verduurzaming en circulair maken industrie
- Een conceptvisie voor de inzet van waterstof in Zuid-Holland opgesteld
- Gebiedsaanpak emissiereductie veenweiden en innovaties glastuinbouw doorgevoerd
- Verdere verduurzaming van het streek-OV, mobiliteit over water en onze infrastructuur ter hand genomen
- Uitdagingen op de arbeidsmarkt en opleiding voor energietransitie geanalyseerd en bijgedragen aan oplossingen hiervoor
- Inwonersinitiatieven voor opwekking van elektriciteit, besparing en/of warmteverduurzaming ondersteund met subsidie en kennisdeling
- Bijgedragen aan bestrijding van energiearmoede via projecten en opleiding van buurt-energieadviseurs
Hoofdlijnenakkoord
In 2019 is gewerkt aan de uitvoering van de Energieagenda Watt Anders 2016-2020-2050, die Provinciale Staten in het verlengde van het Hoofdlijnenakkoord 2015-2019 hebben geaccordeerd. Bovengenoemde speerpunten vormen onderdeel van deze agenda.
Eind 2019 hebben PS ermee ingestemd dat het IPO het Klimaatakkoord medeondertekent. De doelstellingen daarin geven, samen met het coalitieakkoord ‘Elke dag beter. Zuid-Holland,’ voor de provincie de nieuwe kaders waarbinnen de komende jaren de plannen geactualiseerd zullen worden in een uitvoeringsprogramma.
Effectindicatoren (= outcome indicatoren)
Voortgang | Trend | Nummer | Omschrijving | Nulmeting | Streefwaarde 2019 | Meetwaarde 2019 | |||
3.2.a | Aandeel duurzame energie in Zuid Holland (%) | 3.1 % | 7 | 5.3 | |||||
3.2.b | Totale productie van hernieuwbare energie in Zuid Holland (PJ) | 13.4 PJ | 30 | 22.9 | |||||
3.2.c | Vermeden CO2 uitstoot door duurzame energie inzet in Zuid Holland (in Mton) | 1.7 Mton | 4.5 | 3.2 | |||||
3.2.d | Absolute energiebesparing ten opzichte van 1990 (PJ) | -34 PJ | -21 | -30 | |||||
3.2.e | Vermeden CO2 uitstoot door energie-efficiëntie, besparing en transitie ten opzichte van 1990 (Mton) | -4 Mton | -2 | -7.8 | |||||
3.2.f | Totale emissie broeikasgassen in Zuid Holland (Mton) | 40 Mton | 42 | 43 | |||||
3.2.g | CO2 voetafdruk van de organisatie inclusief beheer en onderhoud infra en OV-concessies (kton CO2)" | 64 kton | 55 | 63 | |||||
Verantwoording effectindicatoren
De bovenstaande gegevens onder ‘meetwaarde 2019’ zijn gegevens over het jaar 2018, alleen voor windenergie zijn de cijfers uit 2019 gebruikt. De cijfers voor 3.2.g zijn gedeeltelijk geschat op basis van de wijzigingen die in 2018 zijn doorgevoerd op het gebied van inkoop duurzame energie en inzet elektrische auto’s en gedeeltelijk berekend uit gemonitorde gegevens (zoals fossiel brandstofgebruik OV).
De monitor wordt jaarlijks op dezelfde wijze door de DCMR uitgevoerd zodat vergelijking betrouwbaar is. De basisbronnen zijn de Klimaatmonitor van het Rijk, CBS-gegevens, emissieregistratie en voor de industrie de elektronische milieujaarverslagen (emjv’s). Daarnaast zijn de volgende zaken van belang:
- Het aandeel duurzame energie (3.2.a) wordt uitgedrukt als percentage van het totale finale energiegebruik. Als nulmeting is het jaar 2013 gekozen op verzoek van de Staten (referentiejaar 1990 zou als nulmeting bijna 0% opleveren).
- Energiebesparing (3.2.d) betreft de absolute besparing in de mobiliteit, industrie, glastuinbouw en gebouwde omgeving ten opzichte van referentiejaar 1990 (dit geeft een indicatie omdat er niet is gefilterd op bijvoorbeeld gestopte of gestarte ondernemingen). De nulmeting geeft de energiebesparing in 2013 weer (NB. Het negatieve getal geeft hier dus aan dat er geen besparing is maar meer energie is gebruikt dan in 1990).
- Voor de nulmeting bij 3.2.d en 3.2.e is op verzoek van de Staten gekozen voor het jaar 2013 (i.p.v. 1990).
- Voor 3.2.f de totale CO 2 -emissie is het referentiejaar 1990 als nulmeting ingevoerd (40MT).
3.2.a: Het aandeel duurzame energie is in de afgelopen jaren gestaag gestegen, van 2,6% in 2010 naar 5,3% in 2018 maar blijft achter op de planning. Deze stijging is met name ingezet door de opwekking van zonne-energie. De stijging is onvoldoende om de doelstelling van 9% hernieuwbare energie in Zuid-Holland in 2020 te halen.
3.2.b: De absolute hoeveelheid geleverde duurzame energie is mede afhankelijk van de hoeveelheid wind en de hoeveelheid nuttige zonneschijn. De opbrengst verschilt per jaar. Oude windturbines zijn ontmanteld en mogen of kunnen niet altijd vervangen worden. In 2016, 2017 en 2018 zijn veel windturbines vervangen. Dit leverde een dip op in de groei van de opbrengst. In het totaalcijfer van duurzame energie is de opbrengst van windenergie van 2018 gebruikt (geldt ook voor indicator 3.2.a en 3.2.c).
3.2.c: De vermeden CO 2 uitstoot door inzet van hernieuwbare energie (zon, wind warmte) is gebaseerd op een omrekening voor een gemiddelde CO 2 -emissie voor elektriciteit opwekking en een gemiddelde CO 2- emissie voor verwarming. Als deze emissiereductie niet had plaatsgevonden, zou de totale emissie van CO 2 in Zuid-Holland navenant hoger zijn geweest.
3.2.d: Over de periode van 1990 tot heden is er, ondanks energie-efficiëntie maatregelen, een toename van energiegebruik, dus een negatieve besparing. De nulmeting geeft het verschil aan tussen 1990
(=schatting 400 PJ ) en 2013 (434 PJ). Er is in 2018 433PJ energie gebruikt
3.2.e: Ook de CO 2 -uitstoot is ten opzichte van 1990 gestegen. Daardoor is er geen uitstoot vermeden. Ten opzichte van 1990 is 3,8 Mton meer CO 2 de atmosfeer ingeblazen (dus negatief vermeden).
3.2.f: Maar liefst 66% van de CO 2- emissie in Zuid-Holland wordt veroorzaakt door de industrie, inclusief de elektriciteitscentrales. Doordat de economie aantrekt en andere sectoren wel een daling in CO 2- emissie laten zien, drukt het industriedeel steeds zwaarder op het totaal.
3.2.g: In het kader van strategie ‘Voorbeeldig investeren’ is een nulmeting over het jaar 2015 uitgevoerd en is bepaald dat we niet alleen de eigen gebouwen meenemen, maar ook het beheer en onderhoud en de aanleg van provinciale wegen en de emissies die gepaard gaan met onze OV-concessies. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe indicator voor deze strategie. De categorie OV-concessies is verantwoordelijk voor meer dan 2/3 van de provinciale CO 2 -uitstoot.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Klimaat- en Energieakkoord
In 2019 is een stevige bijdrage geleverd aan afronding van het Klimaatakkoord. De personele inzet is versterkt, in het bijzonder voor de verduurzamingsopgave van industrie, landbouw en mobiliteit en verder op sturing op en monitoring van de totale inbreng van onze provincie.
Programmabudget Energietransitie
De beschikbare middelen zijn ingezet voor de subsidieregeling lokale initiatieven (waaronder bewonersinitiatieven, sportverenigingen en coöperaties), voor de bestrijding van energiearmoede, voor de ontwikkeling van een visie op de inzet van waterstof, voor de inzet van transitieadviseurs voor verduurzaming van de gebouwde omgeving en voor de inzet op het warmtedossier.
Energietransitie industrie
Bij de Najaarsnota 2019 is besloten € 2,2 mln in een reserve beschikbaar te maken voor inzet in 2020.
Botlekstoomnetwerk
Inzet op energie-infrastructuren is voor de komende jaren essentieel. Veel transitieplannen lopen nu vast op een ontoereikende energie-infrastructuur. In 2019 is het Botlekstoomnetwerk verder uitgewerkt en naar verwachting zullen de Final Investment Decisions (FID’s) worden genomen en zal de subsidie worden verleend (€ 2 mln). Voor kleinere energie-infravraagstukken op bedrijventerreinen zal in 2020 bekeken worden of een regeling de verbetering van de energie-infrastructuur kan versnellen.
Bij de Najaarsnota 2019 is besloten € 2 mln te verschuiven naar 2020, omdat dan de subsidie zal worden verstrekt.
Versterken omgevingsdiensten
In de Voorjaarsnota 2019 is € 0,5 mln overgeheveld naar doel 1.6 (Milieu). Hiervan is € 0,1 mln gebruikt. Dit heeft een rapportage van Pels Rijcken opgeleverd waarin de (on)mogelijkheden voor de provincie worden aangegeven om scherper de randen op te zoeken van wat wettelijk mogelijk is in de vergunningverlening. In de Najaarsnota 2019 is € 0,035 mln overgeheveld naar 2020 voor verdere opvolging van deze adviezen. Voor versterking van de omgevingsdiensten is verder € 0,015 mln gebruikt voor een steviger adviserende rol op energiebesparing naar provinciale bedrijven en om de verduurzaming op bedrijventerreinen te versterken.
Duurzame energie - opleidingen
De provincie heeft bijgedragen om de uitdagingen op de arbeidsmarkt op te lossen door samen op te trekken met ‘human capital agenda’. Na afronding van de verkenning ‘Energiecampus Zuid-Holland’ zijn de opleidingen voor energietransitie geanalyseerd en hebben we een begin gemaakt met de ‘School of Energy’ in samenwerking met de TU Delft; waar alle topkennis uit onze provincie samenkomt.
In 2019 is voor de leerstoel geothermie € 0,025 mln bijgedragen. In 2019 is de associate professor benoemd en gestart. Op deze manier kan het geothermie programma op de TU Delft verder opgezet worden.
Voor de ontwikkeling van het educatieprogramma voor mbo-techniek is in 2019 eenmalig € 0,1 mln beschikbaar gesteld. Door een tweede ROC-opleidingslocatie uit te rusten met apparatuur voor duurzame energie en opleidingen voor de ontwikkeling van bijbehorende kennis en kunde te subsidieren, versterken we die kennis en verminderen we de krapte op de arbeidsmarkt.. Voor een deel van het bedrag (€ 0,005 mln) is een adviesopdracht uitgezet. Binnen deze adviesopdracht wordt gewerkt aan de samenwerking tussen verschillende mbo-scholen in Zuid-Holland, en krijgen wij inzicht over waar ze van elkaar kunnen leren, gebruik kunnen maken van elkaars lesmethoden en tools en hoe de provincie eraan kan bijdragen dit netwerk te versterken.
Voor de opleidingslocatie/opleidingen is samen met InstallatieWerk Zuid-Holland een plan uitgewerkt voor een Klimaat- en Energielokaal in Rijswijk, waar de komende 5 jaar opleidingen worden verzorgd voor mbo-studenten, zij-instromers en vakpersoneel. Het is helaas niet gelukt deze opdracht in 2019 te gunnen, we gaan hier in 2020 graag mee verder.
Gebouwde omgeving
Er is € 0,2 mln toegevoegd aan de subsidieregeling lokale initiatieven. De voorwaarden zijn aangepast en voor VvE’s is een maximale WOZ-waarde toegevoegd. Daarnaast is een paragraaf aan de regeling toegevoegd, de zogenaamde microsubsidies. Hiermee kunnen particulieren in de genoemde doelgroep subsidie krijgen voor verduurzamingsactiviteiten van de woning waarin zij wonen. Ook hier geldt een maximale WOZ-waarde, respectievelijk een maximale huurgrens.
De toegekende € 0,5 mln zijn in de vorm van pilots besteed waarbij een combinatie is gemaakt met bestrijding van energie-armoede en samenwerking is gezocht met gemeenten en andere partners.
Energieloketten
Bij de Najaarsnota 2019 is besloten de € 0,4 mln voor de energieloketten te verschuiven naar 2020, omdat dan de uitgaven worden gedaan voor versterking van de energieloketten. Deze geven actief voorlichting aan particuliere eigenaren.
Samen aan de slag / regio’s
Er is een sterke stijging van het aantal initiatieven in Zuid-Holland. Zij bespreken in het lerend netwerk relevante ontwikkelingen en helpen elkaar daarbij. Naast geformaliseerde organisaties als coöperaties is ook het aantal informele duurzaamheidsinitiatieven toegenomen, waaronder bijvoorbeeld wijkgerichte aanpakken en autodeelprojecten. Ook zij nemen deel aan dit lerend netwerk.
Uitvoering amendement 645 Voedselbank
Voor de uitvoering van amendement 645 is in 2019 voor verdere ontwikkeling en verduurzaming van de (twee) regionale distributiecentra in Rotterdam en Den Haag € 0,3 mln beschikbaar gesteld, in de vorm van een meerjarige incidentele subsidie (2019-2021). Met € 0,05 mln uit dit budget zijn de distributiecentra, die de distributie voor nagenoeg de hele provincie verzorgen, in staat gesteld stappen voor verduurzaming te zetten. In de eerste fase is een onderzoek gestart naar effectieve maatregelen en een plan van aanpak opgesteld dat aansluit bij de provinciale doelstellingen. De resterende middelen zijn beschikbaar voor uitvoering van de voorgestelde maatregelen.
Subsidieregeling Lokale initiatieven
In 2019 zijn circa 130 aanvragen ontvangen voor de subsidieregeling lokale energie-initiatieven Zuid-Holland. Het beschikbare budget (€ 4,5 mln) was medio 2019 uitgeput. Er is dankbaar gebruik gemaakt van de extra gelden (€ 2 mln) die PS bij voorjaarsnota aan de regeling hebben toegevoegd.
Subsidieregeling “Asbest eraf? Zon erop!”
Vanwege het toegenomen aantal verleningen in 2018 is het budget in 2018 en 2019 verhoogd en zijn de resterende middelen in de jaren 2020-2022 evenredig verlaagd. De verdeling is verwerkt via de reserve Greendeal zonnepalen waarvan € 0,5 mln in 2018 en € 0,3 mln in 2019. Daarnaast hebben Provinciale Staten bij de Begroting 2019 een bedrag van € 0,5 mln toegevoegd aan het budget, zodat een totaalbedrag van € 1,35 mln beschikbaar was. Het subsidieplafond is in mei 2019 bereikt. De aanspraak van de markt is niet voor het volledige bedrag rondgekomen doordat enkele aanvragen niet (volledig) kwalificeerden voor toekenning. Zo is er een vrijval van € 0,15 mln.
Warmteparticipatiefonds
Onder voorbehoud van een positief besluit over uitbreiding van de infrastructuur voor warmtevoorziening aan de noordoost kant van de provincie is deelname in het Warmteparticipatiefonds (oorspronkelijk
€ 65 mln) verhoogd met € 25 mln voor overige projecten. Ook is in 2019 met instemming met de bestuursovereenkomst "Leiding over oost " het kapitaal verder voorwaardelijk opgehoogd met € 47,5 mln. Het totale (voorwaardelijk) toegezegde kapitaal van het Warmteparticipatiefonds bedraagt nu € 137,5 mln.
Voor het totaal toegezegde en reeds verstrekte kapitaal is een risicoreservering van 25% in de begroting opgenomen. Deze wordt gespreid over een aantal jaren opgebouwd.
VTH-taken
Er is een actualisatie gestart van de vergunningen op het gebied van energie. Intensivering van het toezicht loopt sinds 2015. Het budget hiervoor is gedekt door doel 3.1. 2019 was het laatste jaar dat deze dekking door de reserve Versterking economie is gedekt.
Subsidie Energieweb
In het kader van de Ruimtelijke ontwikkeling Zuidplas zijn in het verleden afspraken gemaakt om duurzame en hoogwaardige glastuinbouw te realiseren. De provincie heeft eind 2018 de aanleg van een lokaal distributienet voor warmte, het project Energieweb Glasparel+ gesubsidieerd. Rekening houdend met de lasten bij een verlening worden de middelen in de jaren 2019-2020 in de begroting gebracht. Dekking vindt plaats vanuit de reserve Verduurzaming Zuidplaspolder en de reserve Mitigatie / Energie. De aanleg van het warmtenet is 2019 nog niet begonnen door vertraging van realisatie van de beoogde warmtebron.
Overige instrumenten: Letters of Cooperation industrie
Op 10 december 2019 heeft de provincie weer de Letters of Cooperation (LOC) met Deltalinqs, het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente Rotterdam en diverse bedrijven ondertekend. Met deze ondertekening zet de provincie zich samen met het bedrijfsleven in om de energietransitie te versnellen. Belangrijke onderwerpen in de LOC zijn onder andere de energie-infra, energie-efficiency en versterking van de waterstofeconomie.
RES-samenwerking
In het RES-proces werken overheden met netbeheerders, maatschappelijke stakeholders en bewoners regionaal gedragen keuzes uit voor de opwekking van duurzame elektriciteit en de warmtetransitie van de gebouwde omgeving. De RES is niet alleen een strategie, het is ook een manier van - langjarig - samenwerken en een proces om plannen te maken. De RES 1.0 moet vóór 1 maart 2021 gereed zijn.
Wat heeft dat gekost?
(bedragen x € 1.000) | Primaire begroting | Bijstellingen (VJN/NJN) | Bijgestelde begroting | Realisatie | Verschil begroot vs realisatie | Realisatie % |
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 15.845 | -3.245 | 12.600 | 11.328 | 1.272 | 90% |
Baten | 0 | 130 | 130 | 950 | -820 | 731% |
Subtotaal baten en lasten | 15.845 | -3.375 | 12.470 | 10.377 | 2.093 | |
Toevoeging aan reserves | 14.125 | 16.050 | 30.175 | 30.875 | -700 | 102% |
Onttrekking aan reserves | 4.348 | 0 | 4.348 | 3.844 | 503 | 88% |
Subtotaal reserves | 9.777 | 16.050 | 25.827 | 27.031 | -1.203 | |
Resultaat | 25.622 | 12.675 | 38.297 | 37.408 | 889 | 98% |
Toelichting afwijking
Lasten
Financiële afwijking | Toelichting / onderbouwing op afwijking |
---|---|
Lasten | |
€ 0.5 (n) | De ontwikkeling van het warmtesysteem tussen Rotterdam en Leiden vergde meer provinciale inzet dan geraamd. Dit betreft inhuur van specialistische kennis. |
€ 0,4 (v) | De lasten voor innoveren en kennis zijn lager dan geraamd. |
€ 0,3 (v) | De apparaatslasten zijn lager dan geraamd. |
€ 0,2 (v) | De aanspraak van de markt op de subsidieregeling Lokale Initiatieven was lager dan geraamd. |
€ 0,2 (v) | De lasten voor verduurzaming industrie zijn lager dan geraamd. |
€ 0,1 (v) | De aanspraak van de markt op de subsidieregeling Greendeal (zonnepanelen) was lager dan geraamd. |
€ 0,1 (v) | De lasten voor inhuur deskundigheid energietransitie zijn lager dan geraamd. |
€ 0,1 (v) | De lasten voor VTH-werkzaamheden voor energietransitie zijn lager dan geraamd. |
Baten
Financiële afwijking | Toelichting / onderbouwing op afwijking |
---|---|
Baten | |
€ 0,1 (v) | Dit betreft niet geraamde baten van derden voor enkele kleinschalige projecten. |
Storting
Financiële afwijking | Toelichting / onderbouwing op afwijking |
---|---|
Toevoeging aan reserve | |
€ 0,7 (v) | Dit betreft een vrijval van de voorziening Warmtebedrijf. |
Onttrekking aan reserve
Financiële afwijking | Toelichting / onderbouwing op afwijking |
---|---|
Onttrekking aan reserve | |
€ 0,3 (n) | De aangevraagde middelen uit de subsidieregeling zijn nog niet allemaal definitief toegekend, waardoor er minder dekking uit de reserve nodig is. |
€ 0,2 (n) | Door minder aanspraak van de markt op de subsidieregeling Greendeal (zonnepanelen) is er ook minder dekking uit de reserve nodig. |
€ 0,1 (n) | De lasten voor VTH-werkzaamheden specifiek op het gebied van energietransitie zijn lager uitgevallen dan geraamd. De onttrekking aan de programmareserve is evenredig verlaagd. |
Instrumentarium
Overzicht reserves
Omschrijving programmareserve en deelreserve | Primaire begroting | Bijstellingen (VJN/NJN) | Bijgestelde begroting | Realisatie | Verschil begroot vs realisatie |
---|---|---|---|---|---|
PR 3 Mitigatie/Energie | 2.300 | 0 | 2.300 | 2.300 | 0 |
PR 3 Risicoreserve Energiefonds | 9.125 | 13.850 | 22.975 | 23.675 | -700 |
PR 3 Energietrans.gebouwde omg.&glastuinb | 2.700 | 0 | 2.700 | 2.700 | 0 |
PR 3 Verduurzaming Industrie | 0 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 0 |
Totaal toevoeging aan reserve | 14.125 | 16.050 | 30.175 | 30.875 | -700 |
PR 3 Mitigatie/Energie | 1.600 | 0 | 1.600 | 1.600 | 0 |
PR 3 Greendeal Zonnepanelen-asbest | 300 | 0 | 300 | 113 | 187 |
PR 3 Versterking economie | 170 | 0 | 170 | 93 | 77 |
PR 3 Energietrans.gebouwde omg.&glastuinb | 2.278 | 0 | 2.278 | 2.037 | 240 |
Totaal onttrekking aan reserve | 4.348 | 0 | 4.348 | 3.844 | 503 |
Saldo reserves | 9.777 | 16.050 | 25.827 | 27.031 | -1.203 |
Bijdrage Verbonden partijen
Voor doel 3.2 is het Warmtebedrijf Holding Rotterdam een verbonden partij. Door deelname aan het Warmtebedrijf Holding levert de provincie een bijdrage aan de nationale klimaatdoelstellingen door reductie van de broeikasgassen. Eind 2017 is het warmtebedrijf opnieuw ingericht als Holding met daaronder WBR-infra en WBR-explo. Het warmtebedrijf zal in de eindsituatie industriewarmte leveren voort circa 50.000 woning-equivalenten in Rotterdam. Dit leidt tot een emissiebeperking van 70-80 ton CO 2 per jaar en een betere lokale luchtkwaliteit.
Voor de uitvoering van het Warmteparticipatiefonds en het innovatiefonds EnergiiQ is de Houdstermaatschappij Zuid-Holland opgericht. Aan deze partij is provincie Zuid-Holland verbonden.