Doel 3-5 Vraag en aanbod wonen, werken en voorzieningen in balans
Wat hebben we bereikt?
Met dit doel wordt beoogd het volgende te bereiken:
- Levendige en krachtige stads- en dorpscentra
- Vraag naar en aanbod van woningen in balans (kwantitatief en kwalitatief)
- Bedrijfslocaties realiseren die de vitaliteit en kracht van het bedrijfsleven versterken
- Vraag naar en aanbod van werklocaties in balans (kwantitatief en kwalitatief)
Aan de provincie is een bijdrage gevraagd voor de inzet van een instrument om een evenwichtigere verdeling van de sociale woningen over de regio te stimuleren. Aanvullend op aanscherping van het provinciaal instrumentarium en (woon) beleid (wijziging Omgevingsbeleid 2019) is gelet op de omstandigheden in de regio Rotterdam, gekozen voor een financiële stimuleringsregeling om een evenwichtigere verdeling van de sociale woningen over de regio te stimuleren.
Op 2 juli 2019 hebben Gedeputeerde Staten het programma Arbeidsmigranten vastgesteld. Het ministerie van BZK stelt de middelen voor uitvoering van dit programma beschikbaar.
Door de toenemende vraag naar woningen staan werklocaties onder druk. In 2019 hebben we gesproken met gemeenten, regio’s en bedrijfsleven om ervoor te zorgen dat het belang van woningen toevoegen en goede werklocaties behouden hand in hand gaan. Er zijn vier regionale kantorenvisies vastgesteld (MRDH, Midden-Holland, Holland-Rijnland en Zuid-Holland Zuid) waarin op regionaal niveau afspraken zijn gemaakt om op de goede locaties kantoren te behouden en toe te voegen. Plannen voor kantoren op minder goede locaties worden geschrapt. We hebben regio’s en gemeenten gestimuleerd om regionale bedrijventerreinenvisies op te stellen om ervoor te zorgen dat er voldoende kwalitatief goede bedrijventerreinen beschikbaar blijven in Zuid-Holland. En we hebben door uitvoering van ons detailhandelsbeleid eraan gewerkt de vitaliteit van stads- en dorpscentra te vergroten.
Effectindicatoren (= outcome indicatoren)
Voortgang | Trend | Nummer | Omschrijving | Nulmeting | Streefwaarde 2019 | Meetwaarde 2019 | |||
3.5.a | Aantal gemeenten dat in het kader van de rapportage Interbestuurlijk toezicht op het domein huisvesting vergunninghouders rood scoort | 0 | 0 | ||||||
3.5.b | Leegstandspercentage kantoren in Zuid-Holland mag niet oplopen t.o.v. het leegstandspercentage kantoren in Nederland | 1,7% | ≤1,7% | -0,1% | |||||
Verantwoording effectindicatoren
3.5.a: De rapportage IBT over 2019 met daarin de gevraagde gegevens wordt in oktober 2020 vastgesteld, gemeenten hebben tot juli 2020 de tijd om de informatie aan te leveren. Op dit moment kan de gevraagde informatie over deze indicator nog niet geleverd worden.
3.5.b: Het leegstandspercentage per 1 januari 2020 voor Zuid-Holland is 8,2% en het landelijk gemiddeld is 8,3 % (bron: Cushman&Wakefield), dus de score is -0,1%. De leegstandcijfers uit de Jaarrekening van 2018 kwamen uit juli 2018. Destijds was de leegstand in Zuid-Holland 11,8%, in januari 2018 12,7%, en in januari 2017 nog 16,3%.
De leegstand in Zuid-Holland is dus de afgelopen jaren erg gedaald, en dit jaar ligt het leegstandspercentage in Zuid-Holland voor het eerst (sinds het opnemen van deze indicator in de jaarrekening) onder het landelijk gemiddelde. De komende jaren zullen wij vanuit het provinciale kantorenbeleid verdere stappen zetten om te komen tot een gezonde kantorenmarkt. Dit betekent extra ruimte bieden op de toplocaties en verder kantorenaanbod transformeren en plancapaciteit schrappen op de minder goede locaties.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Spreiding Sociale Woningbouw
Om de Subsidieregeling Spreiding sociale woningbouw regio Rotterdam Zuid-Holland te maken, heeft de provincie samengewerkt met vertegenwoordigers van gemeente Rotterdam, het gemeentelijk Samenwerkingsverband Wonen regio Rotterdam (SvWrR), het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) en Maaskoepel, de vereniging van woningcorporaties in de regio. Ook is een stuurgroep geformeerd, bestaande uit vertegenwoordigers van gemeente Rotterdam, NPRZ, de provincie Zuid-Holland en de voorzitter van het SvWrR.
In samenspraak met regio’s de regionale woonvisies actueel houden en hierbij ook de informatie van de Woonbarometer benutten
Gedeputeerde Staten hebben de Regionale Agenda Wonen van Midden-Holland aanvaard onder voorwaarde dat nader gevraagde informatie wordt nagezonden. Verschillende regionale Woningbouwprogramma’s zijn eind 2019 ingediend en worden door Gedeputeerde Staten beoordeeld. Voor gesprekken met de regio’s over de regionale woonvisies is de Woonbarometer de afgelopen periode geactualiseerd. De Woonbarometer 2019 geeft net als de Woonbarometer 2018 inzicht in ontwikkelingen op het gebied van wonen die relevant zijn voor de rol en taak van de provincie. Deze Woonbarometer is daarom zo opgezet dat hij aansluit op de provinciale ambities uit het Omgevingsbeleid. De Woonbarometer 2019 is beschikbaar via https://staatvan.zuid-holland/woonbarometer/nl.
Hij bestaat uit een webpagina met een korte beschrijving van de belangrijkste ontwikkelingen en door de gebruiker samen te stellen figuren als directe onderbouwing ervan.
Detailhandel
In 2019 zijn de resultaten van het Koopstromenonderzoek 2018 gepubliceerd en is er een nadere analyse gedaan naar eventuele gevolgen voor het beleid. Dat heeft nog niet geleid tot beleidsaanpassingen. Wel zijn de cijfers over de beschikbare marktruimte op basis van de nieuwe koopstroomgegevens geactualiseerd. Daarnaast is het Actieplan Detailhandel uitgevoerd en de subsidieregeling Planvorming detailhandel opengesteld. Er zijn 22 aanvragen gehonoreerd. Ook is dewerking van de Onafhankelijke adviescommissie detailhandel met 4 jaar verlengd. Een deel van de leden is herbenoemd en er zijn 3 nieuwe leden benoemd. Daarnaast is een masterclass georganiseerd over regionale samenwerking.
In het kader van het traject ‘Versnellen, Voorspellen, Vertellen’ is onderzoek gedaan naar het functioneren van de perifere detailhandelvestigingen (pdv: ‘woonboulevards’). In 2019 hebben op basis van de resultaten van het onderzoek gesprekken plaats gevonden met de gemeente Nissewaard over transformatie van de pdv-locatie Kolkplein. Dit heeft geleid tot een subsidietoekenning van € 0,6 mln voor de transformatie van Kolkplein en de bouw van woningen op die locatie. Via een amendement op de begroting was voor de aanpak van Verstedelijking en pdv-locaties op locatieniveau € 3 mln beschikbaar gekomen.
Bedrijventerreinen
In december 2018 hebben Gedeputeerde Staten de notitie ‘Bedrijventerreinen Zuid-Holland: terugblik 2018, vooruitblik 2019’ vastgesteld, die in januari 2019 met de Statencommissie Ruimte en Leefomgeving is besproken. In 2019 zijn veel onderzoeken uitgevoerd, die in de vooruitblik 2019 zijn aangekondigd. Voorbeelden hiervan zijn een vitaliteitsonderzoek, onderzoek naar mengen van wonen en werken en effecten van diverse (ruimtelijke) maatregelen ter bescherming van voldoende ruimte voor werkgelegenheid. Ook is motie 747 (onderzoek naar langdurige leegstand op bedrijventerreinen) uitgevoerd. Deze onderzoeken vormen input voor de Strategie Bedrijventerreinen die is voorbereid.
Via de subsidie planvorming bedrijventerreinen hebben we onder meer de samenwerking op bedrijventerreinen willen versterken. Er zijn in 2019 43 subsidieaanvragen gehonoreerd. Via de Uitvoeringssubsidie Herstructurering Bedrijven (UHB) wordt nog een aantal verouderde bedrijventerreinen opgeknapt. Bestaande bedrijventerreinen worden zo beter benut en vraag en aanbod blijven beter in balans. In 2019 is 75 ha aan geherstructureerde bedrijventerreinen opgeleverd. Er zijn daarnaast nog twee masterclasses voor het bedrijfsleven en gemeenten georganiseerd om de kennis en informatie over specifieke thema’s bij de doelgroep te vergroten.
Kantoren
Het huidige kantorenbeleid is gericht op concentratie van kantoren op de juiste plek, reductie van plancapaciteit op kansarme plekken en bevordering van transformatie van leegstaande kantoren.
We hebben voor alle regio’s geactualiseerde regionale kantorenvisies voor de periode 2019-2024 aanvaard, waarin op regionaal niveau afspraken zijn gemaakt om de beoogde doelstellingen te realiseren. We zullen gaan monitoren hoe de kantorenmarkt zich gedurende de looptijd van de regionale visies ontwikkelt en waar nodig bijsturen.
Onderwijs en Arbeidsmarkt (Human Capital Agenda)
Op 24 juni 2019 is het Human Capital-akkoord Zuid-Holland afgesloten met in totaal 66 ondertekenaars uit de ‘triple helix’ omgeving van overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven. Dit biedt de noodzakelijke basis voor samenwerking om scholing en opleiding beter te laten aansluiten op de behoeften op de arbeidsmarkt in Zuid-Holland. Hiervoor zijn in het akkoord concrete doelen benoemd voor de periode 2020-2023.
In 2019 is de aanzet gegeven tot zeven pilots. Daarvan zijn er in 2019 drie daadwerkelijk afgerond: rond het SMITZH-programma, WE IT en Greenport West-Holland. De pilots rond Cyber Security, Life & Health Sciences, Bouw en Internationaal Talent zullen in 2020 worden afgerond.
De provincie voert de Human Capital-agenda samen met de Economic Board Zuid-Holland uit. In 2019 is de noodzakelijke programma-organisatie met InnovationQuarter voorbereid, zodat de plannen vanaf begin 2020 kunnen worden uitgevoerd.
De Subsidieregeling deelakkoorden Human Capital Zuid-Holland, een belangrijk onderdeel van het instrumentarium, hebben GS op 17 december 2019 vastgesteld. Ook hebben GS aan PS gevraagd om een eerste subsidieplafond van € 1 mln voor genoemde subsidieregeling te accorderen. Er is in totaal voor € 5 mln beoogd.
Er is gewerkt aan de ontwikkeling van een instrument en platform voor arbeidsmarktgegevens voor de provincie Zuid-Holland: https://arbeidsmarktinzicht.nl/ . De bestuurlijke aansturing van het traject is verder geprofessionaliseerd en geoptimaliseerd.
Wat heeft dat gekost?
(bedragen x € 1.000) | Primaire begroting | Bijstellingen (VJN/NJN) | Bijgestelde begroting | Realisatie | Verschil begroot vs realisatie | Realisatie % |
---|---|---|---|---|---|---|
Lasten | 9.466 | -1.336 | 8.130 | 6.737 | 1.393 | 83% |
Baten | 0 | 100 | 100 | 74 | 26 | 74% |
Subtotaal baten en lasten | 9.466 | -1.436 | 8.030 | 6.663 | 1.367 | |
Toevoeging aan reserves | 0 | 650 | 650 | 650 | 0 | 100% |
Onttrekking aan reserves | 500 | -1.100 | -600 | -675 | 75 | 112% |
Subtotaal reserves | -500 | 1.750 | 1.250 | 1.325 | -75 | |
Resultaat | 8.966 | 314 | 9.281 | 7.988 | 1.292 | 86% |
Toelichting afwijking
Lasten
Financiële afwijking | Toelichting / onderbouwing op afwijking |
---|---|
Lasten | |
€ 0,3 (n) | Apparaatslasten. Zie paragraaf Bedrijfsvoering. |
€ 0,8 (v) | De uitgaven voor greenports zijn lager dan geraamd door minder toegekende subsidiebeschikkingen. |
€ 0,3 (v) | De uitgaven voor Human Capital zijn lager dan geraamd doordat aanloopkosten gedeeltelijk in 2020 vallen. |
€ 0,1 (v) | Het programma Arbeidsmigranten is 2 juli 2019 door GS vastgesteld. De middelen voor uitvoering van dit programma, die vanuit het ministerie van BZK beschikbaar worden gesteld, zijn uiteindelijk pas in januari 2020 bij ons binnengekomen. Hierdoor is de besteding van deze middelen verschoven naar 2020. |
€ 0,5 (v) | De lagere uitgaven voor bedrijventerreinen zijn het gevolg van de afwikkeling van Vijfheerenlanden, mede in relatie tot de grenswijziging met Utrecht. |
Baten
Financiële afwijking | Toelichting / onderbouwing op afwijking |
---|---|
Baten | |
Er hebben zich geen significante afwijkingen voorgedaan. |
Storting
Financiële afwijking | Toelichting / onderbouwing op afwijking |
---|---|
Toevoeging aan reserve | |
Er hebben zich geen afwijkingen voorgedaan. |
Onttrekking aan reserve
Financiële afwijking | Toelichting / onderbouwing op afwijking |
---|---|
Onttrekking aan reserve | |
Er hebben zich geen significante afwijkingen voorgedaan. |
InstrumentariumSubsidiesMet de subsidieregeling Planvorming bedrijventerreinen wil de provincie stimuleren dat de kwaliteit van bedrijventerreinen in stand blijft of wordt verhoogd. Er worden onder andere activiteiten gesubsidieerd die de samenwerking tussen ondernemers bevorderen, leiden tot energiebesparing, de (verkeers)veiligheid van bedrijventerreinen vergroten, de aanleg van glasvezel stimuleren en de kwaliteit en verduurzaming van bedrijventerreinen vergroten.Met de subsidieregeling Planvorming detailhandel wil de provincie de kwaliteit en het functioneren van winkel- en centrumgebieden verbeteren. Er worden onder andere activiteiten gesubsidieerd die de oprichting of verdere ontwikkeling van een winkeliers- of ondernemersvereniging stimuleren, leiden tot verbetering van de kwaliteit en het functioneren van een winkelgebied (door een winkelgebied compacter te maken en/of het buiten een winkelgebied verspreid liggend winkelaanbod te saneren) en leiden tot verbetering van een winkel- of centrumgebied qua ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijk functioneren.Met de Uitvoeringssubsidie Herstructurering Bedrijventerreinen (UHB) heeft de provincie tot 2013 gemeenten ondersteund om verouderde bedrijventerreinen op te knappen en te laten voldoen aan de wensen en eisen van de gebruikers. Er is aan circa 140 projecten subsidie verstrekt. Gezien de lange looptijd van de projecten is een deel nog in uitvoering en is er ook in 2019 een aantal projecten afgerond en afgerekend.
Overzicht reserves
Omschrijving programmareserve en deelreserve | Primaire begroting | Bijstellingen (VJN/NJN) | Bijgestelde begroting | Realisatie | Verschil begroot vs realisatie |
---|---|---|---|---|---|
PR 3 Versterking economie | 0 | 650 | 650 | 650 | 0 |
Totaal toevoeging aan reserve | 0 | 650 | 650 | 650 | 0 |
PR 3 Bedrijventerreinen | 0 | -2.860 | -2.860 | -2.935 | 75 |
PR 3 Alt.locatie Hoeksche Waard | 0 | 1.260 | 1.260 | 1.260 | 0 |
PR 3 Versterking economie | 0 | 500 | 500 | 500 | 0 |
PR 3 Bedrijventerreinen:IRP Oude Rijnzone | 500 | 0 | 500 | 500 | 0 |
Totaal onttrekking aan reserve | 500 | -1.100 | -600 | -675 | 75 |
Saldo reserves | -500 | 1.750 | 1.250 | 1.325 | -75 |
Bijdrage Verbonden partijen
ROM-Drechtsteden:
De kerntaak van ROM-Drechtsteden ligt bij de fysieke gebiedsontwikkeling, dat wil zeggen modernisering van en gronduitgifte op bedrijventerreinen,om de economie en werkgelegenheid te bevorderen. De Drechtstedengemeenten en de provincie zijn aandeelhouder en hebben zeggenschap over inzet van de kapitaalbijdragen.